Mijn opaatje
Mijn lieve opaatje
Bij wie ik altijd op schoot zat
Ik was zijn kleine meisje, wist je dat?
Steeds liet hij me met zijn grapjes schrikken
Hij had dan de grootste pret
Als ik mijn schrik-gezicht had opgezet
Samen op die grote fiets
Overal nam hij me mee naar toe
nee, mijn opaatje werd van mij nooit moe
Altijd had hij snoepjes bij zich
Die hij in mijn handjes drukte
stiekum, dat niemand dat zag
als hij zich naar me toe bukte
Later, toen ik groot werd
Ruilde hij de snoepjes in voor geld
en stopte me dat toe
En zei, tegen niemand zeggen, dat ik dat doe
Maar mijn opaatje werd langzaam moe
Hij had geestelijk verdriet en lichamelijk
veel pijn
Nee, zo wilde mijn opaatje niet zijn
Niets of niemand die hem kon tegen houden
Toen de levens lust verdween
De zon voor hem niet meer scheen
Nooit had ik dit soort verdriet gekend
Mijn opaatje was er niet meer
Oh wat deed dat zeer
Maar ik weet zeker, dat hij vanuit de sferen
Vaker naar me komt kijken
En zachtjes met zijn handen
door mijn haren doet strijken
.:~P-tje~:.